[Gebruikerservaring] Automatisch bijvoeren
Neem net als ons een kijken op de boerderij van Licor VOF. Een bedrijf met twee ondernemers: Erik van Lipzig en Pieter Cornelissen. Op deze locatie in America, Limburg worden 900 zeugen gehouden. De stal is compleet nieuw gebouwd en de eerste dragende gelten zijn aangevoerd in januari 2020. Daarnaast zijn in maart 2020 de eerste biggen in de nieuwe stal geboren. Het bedrijf heeft in de kraamstal een Tewe installatie geïnstalleerd en na spenen wordt brij bijgevoerd. Dus kan Erik zijn biggen probleemloos spenen en heeft hij uniforme tomen. Hoe hij dat bereikt lees je in dit artikel.
TN-70 zeugen
Er is gekozen voor TN-70 zeugen en er is onlangs gewisseld van een Tempo naar een PIC800 eindbeer. Hier is voor gekozen in samenspraak met Pieter Cornelissen, die 60 % van de biggen afneemt en afmest. De biggen worden op 25 – 30 kg verkocht aan Pieter. De andere 40 % van de biggen gaan als speenbiggen (7-8 kilo) naar Erik’s eigen bedrijf op een andere locatie (Evertsoord), waar hij ook vleesvarkens afmest. Op het bedrijf in America wordt met een weeksysteem gewerkt. Afgelopen jaar heeft het bedrijf een levend geboren index van 15,8 gerealiseerd. In totaal worden er 13,6 biggen gespeend per zeug. Gemiddeld worden er 32 biggen per zeug per jaar gespeend.
Bekijk hier de videoreportage of lees verder:
Opstarten in de kraamstal met biest en biggenmelk
Iedere week komen de drachtige zeugen in de kraamstal. Meestal werpen ze op woensdag, donderdag en vrijdag, maar op vrijdag worden de meeste biggen geboren. Cindy is dan de hele dag in de kraamstal en kan zo het werpproces in de gaten houden. De eerste 24 uur ligt de focus op zoveel mogelijk biest opnemen bij de zeug. Vanaf dag 1 wordt er gestart met biggenmelk Lacto Extra. De kraamstal is volledig uitgerust met een brijvoerinstallatie maar de melk wordt de eerste dagen nog handmatig verstrekt, want de hoeveelheid biggenmelk die de biggen de eerste week opnemen is nog te weinig om dit via de installatie te verstrekken. Er moet dan veel melk weggegooid worden. Alle tomen krijgen standaard de eerste week biggenmelk tot en met dag 6. Maar let op, dit wordt handmatig met de gieter in de Tewe bakjes gegoten, zodat de biggen de bakjes alvast leren kennen.
Automatisch brijvoeren
Vanaf dag 7 worden de biggen bijgevoerd met de brijvoerinstallatie, tot en met dag 17 wordt er een prestarter in brij (Top Wean) automatisch aan alle tomen verstrekt. Daarnaast, start om 08.00 uur het systeem automatisch met voeren van de biggen in de kraamstal. Want zo is er voldoende tijd om voor 08.00 uur alle bakjes schoon te blazen, bovendien vindt dan ook de controle van de zogende biggen plaats. Het systeem voert dan de hele dag door tot middernacht, daarna voert hij enkel nog het voer wat nog in de leiding staat. Daar krijgt het systeem ruim de tijd voor, tot en met 5 uur in de nacht.
Mochten de leidingen dan nog niet leeg zijn dan duwt het systeem het in de voorraad tank die hij vervolgens weer in dekstal opvoert. Zo wordt er dus niets weggegooid! Daarnaast gaat om 5 uur s ’nachts het systeem alles spoelen met warm water, inclusief de valbuizen en bakjes. Het overige water wordt via het riool afgevoerd. Eén keer per week wordt het systeem extra gereinigd met loog en daarna ook nog met zuur. “Daarnaast kan ik nog instellen wanneer een afdeling leeg staat, de valbuisjes ook nog 2 seconden per ventiel gespoeld worden met zuur. Dit kan alleen als de afdeling leeg staat, want anders worden de biggen afgeschrikt door de zure smaak.” Hygiëne is erg belangrijk om het voer smakelijk en vers te houden voor de biggen.
Waarom gekozen voor een automatische brijvoerinstallatie?
De belangrijkste reden voor Erik om voor dit systeem te kiezen is het arbeidsgemak en het opnemen van voer ook . “Het systeem voert altijd, ook op zondag! Verder heb ik hiervoor gekozen meer ter voorbereiding op de biggenstal, want ik wil niet alleen maar perse een zo zwaar mogelijk big spenen. Bovendien is de uitval van streptokokken in de biggenstal bijna 0 % en de gemiddelde uitval op beide biggenstallen is minder dan 1,5 procent! Zelfs na een jaar dat we te maken hadden met heel veel nakomelingen van gelten, dus de verwachting is dat dit getal alleen nog maar kan dalen. “Ik zat altijd al redelijk laag, maar nu is die helemaal laag. Je ziet de biggen doorgroeien en je haalt hogere eindgewichten. Algehele gezondheid van de biggen, en het werkplezier gaat er ook mee omhoog. Daarnaast trekt het ook die laatste big mee, maar het is wel belangrijk om te blijven kijken.
Probleemloos spenen
Van dag 18 tot spenen op dag 28 krijgen de biggen een transitievoer in brij via de installatie. Op de dag van spenen worden de biggen in de biggenstal nog handmatig bijgevoerd met het transitievoer in brij in de voertroggen. Zo wennen de biggen op de eerste dag aan de nieuwe voertroggen. ’s Avonds krijgen de biggen dan voor de eerste keer speenvoer (Safe Start 2) in brij via de brijvoerinstallatie. Doordat de biggen voor én na spenen brij bijgevoerd krijgen verloopt het spenen heel soepel. De biggen zijn al gewend aan ander voer dan zeugenmelk, de brij is heel smakelijk en daardoor nemen de biggen ook na spenen eenvoudig voer op.
Extra watervoorziening
Bovendien krijgen de biggen de eerste 3 dagen na spenen nog extra water bijgevoerd in de voertroggen. Om de voeropname de eerste dagen na spenen te stimuleren en de biggen geleidelijk te laten wennen aan het nieuwe voer wordt er op dag 2 en dag 3 een half uur na het water verstrekken ook handmatig wat van het transitievoer in de troggen verstrekt. Na 10 dagen speenvoer wordt er geleidelijk overgeschakeld naar het biggenvoer. Tot en met dag 20 voeren we gemengd 40 % de Safe Start 2 en alvast 60 procent van het biggenvoer. Daarna natuurlijk 100 procent het biggenvoer dit kan weer mooi gemengd met het onze brijvoer. Deze manier doen we ook weer op beide biggenlocatie ’s en dan weer 4 keer per dag. Lees hier meer over het belang van wateropname bij gespeende biggen.
Waar ligt de focus op in het kraamhok en in de biggenstal?
In het kraamhok ligt de focus op gelijke tomen, dus uniformiteit. Daarom let Cindy in de kraamstal goed op de conditie van de zeugen. Ze beoordeelt de uierkwaliteit en uierdruk en op basis daarvan bepaald Cindy hoeveel biggen er dan bij één zeug gelegd kunnen worden. “Ik probeer de kleine biggen bij elkaar te leggen, en die leg ik dan ook juist bij een magere zeug. Zodat de conditiebehoud van de zeug beter blijft. Ik controleer dit dagelijks zodat je het snel ziet als een toom terugvalt. Dan kan ik meteen schakelen. Dit doe ik alleen de eerste twee weken.” Hierdoor kunnen we nog mooiere uniformere biggen spenen, wat de biggen-opfok ten goede komt. Door alle speenbiggen de eerste dagen extra aandacht te geven na spenen, zoals ze die nu krijgen hebben we een zorgeloze opfok wat ook weer tijd bespaart en een big die wil doorgroeien. Zo blijven we elke dag genieten van ons werk.
Smaakt deze bedrijfsreportage naar meer? Lees dan de volgende