[Interview] Bigoverleving in vrijloopkraamhokken
We zien de belangstelling voor vrijloopkraamhokken wereldwijd toenemen. In de Pig Farm (het onderzoekscentrum van Denkavit) wordt al sinds 2016 gebruik gemaakt van vrijloopkraamhokken. Hier lees je meer over het vrijloopkraamhok zelf. In dit artikel gaan we dieper in op wat je als varkenshouder kunt doen aan bigoverleving in vrijloopkraamhokken? Hoog tijd voor een interview met Rinus en André, de verzorgers in de Pig Farm.
Gebruiksvriendelijk vrijloopkraamhok
Een gebruiksvriendelijk vrijloopkraamhok is van groot belang om bigoverleving in het kraamhok te verbeteren. De zeug moet zeer eenvoudig vast te zetten zijn. Wanneer het teveel handelingen kost om de zeug vast te zetten, of als je er over na moet denken, is het hok niet gebruiksvriendelijk genoeg. André: “bij ons vrijloopkraamhok is de zeug heel makkelijk vast te zetten. Tijdens het ontwikkelen van dit hok is daar ook veel aandacht aan besteed.”
‘Vrijloop’ management rondom werpen
De zeugen komen op maandag, ongeveer een week voor het werpen, in de kraamstal. Vanaf 2/3 dagen voor werpen zetten we de zeugen ’s nachts vast. Zo lopen we geen onnodig risico op doodliggers aldus Rinus. “Als we ’s ochtends in de stal komen blijven alleen de zeugen die begonnen zijn met werpen vast. Alle andere zeugen gaan gelijk weer los.” Dit wordt iedere nacht herhaald totdat alle zeugen aan het werpen zijn. Op het moment dat de zeug begint met werpen wordt de zeug vastgezet om zoveel mogelijk biggen te laten overleven. Rinus: “Tussendoor laten we de zeug weer even los als de biggen behandeld en gewogen worden. Dan zien we al snel natuurlijk gedrag ontstaan bij de zeugen. Zo gaan ze altijd plassen en water drinken.”
Biestmanagement
Belangrijk voor goede bigoverleving is dat alle biggen voldoende biest opnemen. Daarom maken André en Rinus in de Pig Farm gebruik van split suckling. Zij laten ongeveer 12 biggen bij de zeug. De biggen waarvan zij denken dat die al voldoende biest gehad hebben worden voor 1 – 1,5 uur tijdelijk apart gehouden. Zo kunnen ook de andere biggen voldoende biest opnemen. Daarna zetten we alle biggen snel weer bij elkaar aldus André.
Aandacht in de kraamstal
Wat misschien nog wel één van de belangrijkste dingen is, is aandacht en aanwezigheid in de kraamstal. Daarom is er in de eerste 3-4 dagen continue één van ons in de kraamstal aanwezig is, aldus Rinus. Dat is een groot voordeel van een 3 week systeem, dan is het ook mogelijk om veel tijd door te brengen in de kraamstal. André: “Bovendien is de speendag in de Pig Farm op maandag en wordt er in het weekend geïnsemineerd. Zo zorgen we ervoor dat de zeugen doordeweeks beginnen met werpen en kunnen Rinus en ik er allebei bij zijn.”
Noteren en informeren
André en Rinus werken samen in de stal en daarom is het erg belangrijk om elkaar goed te informeren. Op het moment dat een zeug begint met biggen wordt dit tijdstip opgeschreven, vervolgens schrijven ze continue alles wat ze zien op de kaart. Ook alle informatie van de zeug wordt bijgehouden opgeschreven, denk aan aantal goede spenen, gewichten etc.
Biggennest
Na een dag of 4 laten we de zeug weer loslopen. Voor goede bigoverleving is het van belang dat alle biggen het biggennest goed kunnen vinden. Rinus: “de eerste dagen willen de biggen het liefste de hele dag bij de zeug blijven. Dan is het risico op doodliggers dus het grootst. Pas na een paar dagen zie je dat de biggen het nest goed gaan vinden.” De ruimtetemperatuur in de kraamafdeling zakt van 23°C naar 20°C. Dankzij het biggennest met sensor gestuurde warmtelamp worden de biggen snel naar het warme nest getrokken. Deze warmtelamp start op 34°C en loopt geleidelijk af naar 28°C, na 10 dagen gaat de lamp helemaal uit. Bovendien leggen we een juten zak in het kraamhok, wanneer de biggen geboren zijn leggen we deze zak in het biggennest. Deze bevat de geur van de zeug dit helpt om de biggen sneller naar het nest te trekken.
Kwaliteitsbiggen
Wat is nu het geheim voor bigoverleving in vrijloopkraamhokken? Nou, we hebben het wel moeten leren, aldus Rinus. Naast alle aandacht voor de biggen is er ook veel aandacht voor de zeug. Het is erg belangrijk dat de zeugen goed fit zijn en zich goed voelen. “De zeugen moeten goed doorvreten, ook in het kraamhok. In de eerste week stimuleren we dat de zeugen regelmatig even overeind tijdens voeren, dat is heel belangrijk. Vaak drinken ze ook te weinig dus dan voeren we ze met de hand nog extra water bij. Je moet de zeugen ook echt goed verzorgen.” Maar wat misschien wel het échte geheim is de samenwerking tussen André en Rinus, ze gaan iedere dag met veel plezier naar hun werk, werken fijn samen, werken beide met aandacht en hebben een gezamenlijk doel. Namelijk zoveel mogelijk kwaliteitsbiggen in leven houden!