Jonge lammeren hebben een relatief warme omgeving nodig om zich comfortabel te voelen en veel melk te gaan opnemen. Het lam heeft al zijn energie nodig om zich warm te houden en een goede startgroei te maken. Het is juist de startgroei die medebepalend is voor een goede ontwikkeling van organen en het immuunsysteem.
Pasgeboren lammeren zouden bij minstens 21°C gehouden moeten worden. De eerste weken produceren de lammeren zelf nauwelijks warmte. Zodra ze beginnen te eten en hun pens aan het werk gaat, gaan ze zelf ook warmte produceren. Vanaf dat moment kan de temperatuur richting de 17°C.