Biggen - 28 augustus 2024

Varkens houden met een lange staart. In 2030 is het een feit. Ook de Pig Farm, het onderzoeksbedrijf van Denkavit, ontkomt er niet aan. Ruim een half jaar geleden startte bedrijfsleider Arnold Groot Wassink daarmee. De ervaringen zijn dusdanig, dat binnenkort wordt opgeschaald.

man in stal met big lange staart

Het advies aan varkenshouders is op kleine schaal te beginnen met intacte / lange staarten. Dat advies volgden Arnold Groot Wassink en zijn team ook op. Sinds ruim een half jaar wordt telkens van één toom de staart niet gecoupeerd en in twaalf andere tomen houdt één big de staart. Op het moment van spenen blijven de biggen van de toom met ongecoupeerde staarten bij elkaar en vormen de andere twaalf biggen ook een koppel.

De ervaringen zijn ‘best positief’. Het vertrouwen in een andere manier van werken moet groeien, ‘maar het gaat niet vanzelf’, voegt Groot Wassink er onmiddellijk aan toe. Als er problemen zijn, ziet de bedrijfsleider deze – tegen alle verwachtingen in – in de koppel met broertjes en zusjes, en niet in de gemengde koppel.

Een echte verklaring daarvoor heeft Groot Wassink niet. ‘Komt het doordat ze aan elkaar zijn gewend? Of doordat ze op een specifieke plaats in de stal zitten? Voelt een big zich achtergesteld of is er sprake van een gebrek omdat voerwisselingen niet goed op elkaar waren afgestemd? Je filosofeert over mogelijke oorzaken, maar echt weten doen we het nog niet.’

“Het vertrouwen in een andere manier van werken moet groeien, dat gaat niet vanzelf”

In 90 tot 95 procent van de gevallen gaat het goed, geeft Groot Wassink aan. Genetica speelt bij problemen met necrose en staartbijten zeker een rol. Bij het ene ras speelt het volgens Groot Wassink meer dan bij het andere. De PigFarm is net overgeschakeld op de PIC 408G. De eerste tomen daarvan liggen in het kraamhok. ‘Piétrain is over het algemeen iets rustiger dan Duroc, wat hiervoor onze eindbeer was.’

De Pig Farm werd in 2016 gebouwd.
De Pig Farm werd in 2016 gebouwd. © Niek Stam

 

Naar erfelijk overgedragen gedragseigenschappen bij varkens wordt veel onderzoek gedaan, weet Groot Wassink. Dat heeft invloed op het bijtgedrag, maar er is ook altijd een wisselwerking met gezondheid en de omgeving. ‘Bijtgedrag is een multifactorieel probleem. Het varken is een kuddedier en doet dingen graag samen met soortgenoten. Bij de gespeende biggen kunnen bij ons vier dieren tegelijk vreten. Mogelijk ligt daarin wel de oorzaak als zich problemen voordoen.’

Voor Groot Wassink staat vast dat er nog meer onderzoek nodig is om van het houden van varkens met lange staarten een succes te maken. Denkavit is gespecialiseerd in voeders voor jonge dieren. Niet onlogisch dat daar dan in eerste instantie aan wordt gedacht voor het oplossen van bijtgedrag. In het bijzonder noemt de bedrijfsleider de aandoening ‘swine inflammation and necrosis syndrome’, ofwel Sins.

Onderzoek naar Sins

Bij Sins gaat het om ontstekingen van binnenuit die zorgen voor een slechtere doorbloeding van de uiterste puntjes zoals staart en oren. Daar ontstaat dan necrose, het afsterven van het weefsel. Topigs Norsvin doet daar sinds een jaar of twee uitgebreid onderzoek naar. Alhoewel Sins in eerste aanleg meer specifiek verband lijkt te houden met factoren rondom zeugen tijdens de dracht, pakt ook Denkavit dit op. Mogelijk met partners.

Endotoxinen zouden daarbij een rol kunnen spelen. ‘Maar misschien hebben andere voedermiddelen ook wel effect’, vervolgt Groot Wassink. Hij noemt ruwvoer, de maalfijnheid of de structuur van een voedermiddel. ‘We denken op dit moment na over hoe we dat het best kunnen gaan onderzoeken. Dan kom je toch al snel uit bij individuele voedering.’

De gezondheidsstatus van de Pig Farm is hoog. Bij de nieuwbouw in 2016 is er bewust voor gekozen niet voor de allerhoogste gezondheidsstatus SPF te gaan. ‘De resultaten die op ons bedrijf worden gehaald, zijn ook te halen op een regulier bedrijf’, stelt Groot Wassink.

Een koppel gespeende biggen met staart.
Een koppel gespeende biggen met staart. © Niek Stam

 

De Pig Farm telt 72 vrijloopkraamhokken. De zeugen staan tot drie dagen na het werpen vast. Wat de invloed van het vrijloopkraamhok is op het bijtgedrag, noemt Groot Wassink lastig aan te geven. Feit is dat de biggen een hoger speengewicht hebben en er veel contact is tussen de zeug en de biggen.

‘Ze ligt ook vaak met de snuit in de richting van haar kroost. Ze houdt een oogje in het zeil’, vertelt de bedrijfsleider. Omdat het hok groter is – 7,96 vierkante meter per zeug – is er voldoende ruimte om te rennen en voor het ontwikkelen van speelgedrag. ‘Daarin worden ze niet geremd.’ De strijd om de uier is bij vrijloop niet anders dan in een gangbaar kraamhok, geeft Groot Wassink aan.

Biggen bijvoeren als aanvulling op de moedermelk, hoort bij de standaardaanpak van Denkavit. Een gebalanceerde opbouw in de bijvoeders zorgt voor een goede opbouw van de darmmicrobiota en extra voeropname, wat weer bijdraagt aan de weerstand van de biggen. Groot Wassink vindt het ‘superinteressant’ om mee te werken aan de ontwikkeling van nieuwe voeders. ‘Wat toevoegen voor de praktijk’, noemt hij dat.

Onmisbare hulpmiddelen

In de kraamafdeling signaleerde de bedrijfsleider tot nu toe geen problemen met bijtgedrag. ‘Beschadigingen zie je in de kraamstal niet, maar dat wil niet zeggen dat ze er niet zijn. Dat weten we nu niet.’ Hij verwacht dat nieuwe technieken onmisbare hulpmiddelen worden. Denk daarbij aan camera’s die het gedrag registreren en stalsensoren die 24/7 de luchtvochtigheid, temperatuur, CO2 en ammoniak meten.

‘Als je door een koppel biggen loopt, verstoor je het natuurlijke gedrag. Terwijl je de dieren eigenlijk wilt observeren’, benadrukt Groot Wassink.

Investeren in slimme camera’s en sensoren maakt ook deel uit van de stappen die op stapel staan. ‘Die ontwikkeling is de laatste twee à drie jaar ontzettend snel gegaan. Daarmee komt nu op grote schaal informatie beschikbaar waarmee je in de bedrijfsvoering ook echt wat kunt. Pas als je kennis hebt van de oorzaak, kun je gaan nadenken over de oplossing. Anders blijft het schieten met een schot hagel’, legt Groot Wassink uit.

Extra afleidingsmateriaal

‘Slimme camera’s en sensoren gaan ons helpen varkens met lange staarten te houden’, vervolgt de bedrijfsleider vol overtuiging. Doen zich problemen voor met bijtgedrag bij de gespeende biggen, dan wordt de oplossing gezocht in extra afleidingsmateriaal als jute zakken en lang stro. Groot Wassink: ‘Maar is het echt serieus, dan loont het om 5 minuten te blijven staan om de bijter te isoleren.’

Op de PigFarm bestaat het afleidingsmateriaal standaard uit kauwtouw, een ketting met daaraan een bal en hout. ‘Het hout, daar doen de biggen echt wat mee.’ En iedere dag komt er een handje zaagsel op de vloer waar de dieren in wroeten. Er wordt relatief weinig van gegeten, geeft Groot Wassink aan. ‘Dat is een prettige bijkomstigheid, met het oog op de voederproeven die gewoon doorgaan.’

Het besluit om vingeroefeningen te doen met ongecoupeerde staarten, deed Denkavit in samenspraak met Varkenshandel Troost, de afnemer van de biggen. Groot Wassink: ‘Maak je je eigen biggen niet slachtrijp, dan vraagt het houden van varkens met intacte staarten meer afstemming met de volgende schakel.’ Groot Wassink doelt dan op het uitwisselen van informatie over hoe het ging in de kraamstal en speenafdeling, maar ook op het maken van afspraken als zich een calamiteit voordoet.

Condities voor succes

‘Wij willen goede biggen leveren met een hele staart’, vervolgt de bedrijfsleider. ‘Het is ons tot nu toe meegevallen’, reageert Bart Troost. Ervaringen uit het verleden en van klanten zorgden voor terughoudendheid. De biggen van Denkavit worden gehouden in een huurstal. Het klimaat is er op orde, het voerpakket vindt Troost luxe en er is veel aandacht voor de dieren. De varkenshandelaar noemt dat condities om succesvol te zijn met lange staarten, maar het is geen garantie.

Afgelopen halfjaar moest er een keer worden ingegrepen. ‘Als je wat ziet dan moet je niet wachten, maar direct ingrijpen. Met degene die de varkens verzorgt, hebben we van tevoren ook goed afgestemd welke stappen worden gezet en in welke volgorde, wanneer zich problemen voordoen.’ Troost noemt extra afleidingsmateriaal, zoals stro, en afwisseling van materialen. ‘We zijn er heel alert op.’