Data geeft meerwaarde voor eigen opfok

Elk kwartaal ontvangen de deelnemende melkveebedrijven van het Programmakalf project een nieuwe rapportage met data over hun afgevoerde kalveren. Deze waardevolle data kan een meerwaarde leveren voor de opfok van de fokkalveren op de bedrijven, mits de kalveren die het bedrijf verlaten dezelfde behandeling hebben gehad als de fokkalveren. Hoe? Dat lees je hier!

Totaal eiwit = biestmanagement

Bij alle deelnemende kalveren worden bloedmonsters genomen om het Totaal eiwit te bepalen.  Want het totaal eiwit zegt wat over het biestmanagement op het bedrijf en dus over de weerstand van de kalveren. Er zijn veel factoren die van invloed zijn op het totaal eiwit zoals de biestkwaliteit, de hoeveelheid verstrekte biest, hoe snel en hoe lang wordt er biest verstrekt, wordt er hygiënisch gewerkt en is het kalf vitaal genoeg om de antistoffen uit de biest op te nemen.

Biestkwaliteit begint al in de droogstand

Wanneer de hoeveelheid totaal eiwit te laag is, is ons advies om eerst vast te stellen of de biestkwaliteit van de koeien goed is. De biestkwaliteit kun je meten met een digitale of analoge refractometer en geeft direct duidelijkheid. Mocht de biestkwaliteit onder de maat zijn, dan kan dit een van de redenen zijn waarom de kalveren slecht scoren op totaal eiwit. Je kunt in de droogstand sturen op de biestkwaliteit. Bijvoorbeeld door het rantsoen te optimaliseren met voldoende eiwit en niet te veel energie. Daarnaast moeten er voldoende vreet- en ligplekken zijn voor de droge koeien. En moet een koe altijd vers water en smakelijk voer tot zijn beschikking hebben. Voldoende droge stof opname uit ruwvoer is in de droogstand ook erg belangrijk.

Biestkwaliteit goed, maar Totaal Eiwit waardes laag?

Is de biestkwaliteit wel goed maar zijn de totaal eiwit waardes wel aan de lage kant dan kan het zijn dat er fouten worden gemaakt bij het verstrekken van de biest. Bijvoorbeeld een te kleine portie of niet snel genoeg. Wil je hier mee over weten lees dan het volgende artikel:

Ideaal biestmanagement

Het kengetal Totaal Eiwit laat dus zien hoe het met de weerstand van de kalveren gesteld is. Hierop sturen zal vitalere kalveren opleveren. Dit betekent minder diarree, lager antibiotica gebruik, minder uitval, lagere veeartskosten en meer werkplezier.

Totaal eiwit en hoeveelheid ijzer bij de kalveren

Naast het Totaal eiwit wordt er ook vastgesteld en teruggekoppeld hoeveel ijzer er in het bloed van de kalveren zit. IJzer is nodig voor de energiehuishouding, het activeren van de immuunafweer en voor het zuurstoftransport. Kalveren met een ijzertekort zijn vatbaarder voor ziekten en tonen een lagere groei dan kalveren zonder een ijzer tekort. Aan de buitenkant van het kalf kun je moeilijk zien of een kalf een ijzer te kort heeft of niet. Daarom kan deze data een grote meerwaarde zijn voor eigen opfok. Wanneer het ijzerniveau in het bloed van het kalf te laag is kan er op verschillende manieren gezorgd worden dat het niveau weer op pijl komt. Je kunt hierbij denken aan het toevoegen van een vitamine en mineralen preparaat door de melkvoeding. Het voordeel van het toevoegen van een preparaat in de voeding t.o.v. een ijzerinjectie in het bloed is dat het kalf zelf kan bepalen of het de vitaminen en mineralen opneemt in de bloedbaan. Mochten bepaalde vitamines en mineralen al op niveau zijn, dan plast het kalf deze uit. Meer lezen over het belang van vitaminen en mineralen bij jonge dieren? Klik hier:

Het belang van vitamines, mineralen en spoorelementen bij jonge dieren

Bedrijfsspecifiek advies

Wilt u de data meer gebruiken om de kalveropfok verder te optimaliseren? Neem dan contact op met één van onze jongveespecialisten voor een bedrijfsspecifiek advies.